TERUG
Lichtwachter Derk Swiers en familie
(een
deel van dit verhaal werd gepubliceerd in het decembernummer 2009 van
cultuurhistorisch tijdschrift 't Heer en Feer
van de gelijknamige
Stichting van Schiermonnikoog)


Waarom Derk Swiers, geboren op 28 november 1853
te Sappemeer (Gn),
zich ertoe gedreven voelde om in 1891 zijn zeemansleven
vaarwel te zeggen en te kiezen voor een lichtwachtersbestaan op de vuurtoren
van Schiermonnikoog, we zullen het nooit te weten komen. De vader en
grootvader van Derk waren scheepskapiteins. Beiden bevolkten vele jaren de
wereldzeeën met zeilschepen zoals bark, smak, galjoot of schoener.
In de monsterrollen vinden we Zwier Swiers, de vader van Derk,
op 28-jarige leeftijd als stuurman op smak Vrouw Alida en een jaar later op
kofschip Vrouw Margaretha. Het jaar daarop, in 1846, was Zwier kapitein op smak
De Hoop. Kort daarna in 1847 trouwde hij met Anna Maria Hoen. Ook in haar
familie kwamen zeelieden voor.
Van Derk´s opa Tijmen Swiers is bekend, dat hij op Nieuwjaarsdag
1829 als
scheepskapitein in het Franse havenstadje Caen overleed. Is hij ziek geworden en
een natuurlijke dood gestorven of stond zijn dood misschien in verband met het
einde van de Franse revolutie? We kunnen er alleen maar naar gissen.

driemastschoener – schilderij van Anthony Blake
Jelte Ewkes Eewkes, een
verre voorouder van de familie Swiers, geboren in 1627, was pelmolenaar in
Slochteren. Onder zijn nakomelingen vindt men timmerlieden, arbeiders,
wagenaars, smeden, garentwijnders, een kasteleinske, een schaapherder, een
nachtwaker, een zand- en ijzervormer, een metaaldraaier, kleermakers,
landbouwers, kooplieden, onderwijzers en predikanten, maar ook schippers en
zeelieden. Blijkbaar heeft water op de familie altijd veel
aantrekkingskracht gehad, want het aantal van hen dat schipper werd groeide
naarmate de tijd verstreek. Zo waren er praamschippers en
snikkevaarders
bij, die vanuit Veendam, Wildervank of Slochteren via de veenkoloniale
wateren hun aardewerk, turf of andere koopwaar en in later jaren ook
passagiers vervoerden.
In de eerste helft van de 19e eeuw werd de zeescheepvaart steeds belangrijker en
trokken veel schippers van lieverlee zeewaarts. Buitenvaarders werden ze in die
tijd genoemd.
Toen Derk nog baby was, verhuisde het gezin Zwier
Swiers van Sappemeer naar Harlingen. Ongetwijfeld heeft dit in verband gestaan
met het zeemanschap van zijn vader.
Als kind van negen jaar verloor hij in 1862 zijn moeder en een jaar later
overleed ook zijn vader, drie kinderen nalatend van respectievelijk 13, 11 en 10
jaar.
Derk was de jongste. We mogen aannemen dat ze onder de hoede kwamen van de nog
in Hoogezand en Sappemeer wonende familie. Drie andere kinderen van het gezin,
Aaltje en tweeling Pieter en Roelof, waren al op zeer jonge leeftijd in
Harlingen overleden.
Timen, de oudste zoon van Zwier, voelde zich blijkbaar niet
zoals zijn vader tot het zeemansleven aangetrokken, want hij werd rijksambtenaar
en vierde als zodanig zijn 40-jarig jubileum, zo vertelt ons een bewaard
gebleven krantenknipsel. Hij woonde met zijn gezin in Drenthe. Frappant is wel,
dat zíjn zoon Abelinus een zoon kreeg, uiteraard naar grootvader
Timen genoemd,
die wčl weer zeeman is geworden. Hij voer op
m.s. ‘Cistula'.

Frouwina, het tweede kind van Zwier en Anna Maria, was in
1878 getrouwd met de
Vlielander zeeman Gerrit Cornelis Bruijn, telg uit een familie van zeelieden en
postschippers. Frouwina heeft tot haar dood op Vlieland gewoond. Ze kreeg zeven
kinderen. Gerrit Bruijn was eerst enkele jaren kapitein op de bark Jean
Babtist.
Daarna werd hij een bekende Kaap Hoorn-vaarder en was hij tot aan zijn
pensionering kapitein op driemast fregatschip Adriana. Op jongere leeftijd nam
hij deel aan reddingen langs de Nederlandse kust, waarvoor hij de koninklijke De
Ruytermedaille heeft gekregen.

Derk Swiers, die we later als
vuurwachter op Schiermonnikoog tegenkomen, ging aanvankelijk zeewaarts. We
vinden hem als matroos op de
schoeners Anna en Catharina en op kofschip Nooitgedacht. Daarna staat hij in monsterrollen als
stuurman aangemonsterd op de
schoeners Johann Heinrich en Fennechiena. Na enige tijd ontving hij van het
Ministerie van Marine een aanstelling als hulpzeeloods en tenslotte werd hij
zeeloods.
Deze benoeming werd toen op perkament geschreven:

'Het signalement van 'den benoemde':
Geboren: 28 Nov 1853, Lang: 1.63 meter, Aangezigt: Vierkant, Voorhoofd: hoog,
Oogen: graauw, Neus: gewoon, Mond: idem, Kin: rond, Haar: blond,
Wenkbraauwen:idem, Merkbare teekenen: ankers op beide handen.'
Op 3 december 1879 trouwde Derk met
Margaretha
Olthof, dochter van Frederik Olthof, zeeman pur sang, en Johanna
Maria Stalman.
Derk en Margaretha gingen in Delfzijl wonen, waar hun kinderen Zwier, Johannes,
Timen, Johanna en Frouwina geboren werden. Een eerste verdrietige gebeurtenis
voor het gezin vond plaats op Oudejaarsdag 1890, toen oudste zoon Zwier op
9-jarige leeftijd overleed.
En dan is er begin 1891, nog maar kort na het overlijden van
hun oudste, opeens die mogelijkheid om vuurtorenwachter op de vuurtoren van
Schiermonnikoog te worden. Derk zou in dat geval de zee vaarwel moeten zeggen
maar ach, kan je bij een lichtwachter op een eiland eigenlijk wel van een
vaarwel spreken?
Natuurlijk is Derk af en toe wel eens bij zijn zus Frouwina op Vlieland
geweest. Was daardoor zijn belangstelling voor het wonen op een eiland al
gewekt en heeft dat hem ertoe gebracht naar de lichtwachtersbaan te
solliciteren? Besloot hij die ommezwaai in werk voor zijn kinderen te maken?
Zelf had hij immers zijn ouders al op zo jonge leeftijd verloren.
Ook zijn
vrouw Margaretha had haar vader Frederik Olthof in haar jeugd maar bitter weinig
aan de wal meegemaakt. Hij werd op 15-jarige leeftijd
lichtmatroos en meestal staat Frederik in de jaren erna als
matroos aangemonsterd
op kofschepen, barken, schoeners, smak, galjoot
of schoenerkof. Ook een paar keer op kofschip De Vriendschap
-
eigendom van de in zowel Friesland als Groningen indertijd bekende kapitein
Hindrik Jans Ketelaar -. Een enkele keer monsterde hij aan als bootsman en zelfs een paar keer als
kok. Noodgedwongen nam men in die tijd genoegen met een
lagere functie wanneer aanmonstering in eigen functie niet mogelijk was.
Derk aanvaardt de betrekking als
vuurtorenwachter en in maart
1891, kort na de geboorte van dochtertje Frouwina, verhuist het gezin naar
Schiermonnikoog, niet wetend welke dramatische gebeurtenis hen een aantal jaren
later op dit eiland zal overkomen.
Ze gaan wonen in een van de beide lichtwachtershuisjes aan het Westerduinenpad, vlak naast de noorder vuurtoren
die vanaf 1 april het werkterrein van vader Derk zal zijn.
Van 1891 tot 1908 was Derk lichtwachter op de vuurtoren van Schiermonnikoog. Hoe
heeft hij zijn werk in de vuurtoren ervaren ? Zal hij heimwee naar het zo totaal
andere zeemansleven hebben gehad of was dit werk hem op het lijf geschreven ?
Zoon Timen erfde in later jaren van hem een scheepsmodel van een
driemast zeilschip met hulpstoomaandrijving, ‘Fortuin’ geheten. Wellicht was het
toegestaan, dat Derk tijdens de eenzame uren in de vuurtoren aan het scheepje
werkte, maar hij kan het ook hebben gemaakt toen hij met pensioen was gegaan. De
Fortuin staat nu in het Maritiem Museum te Rotterdam.

'Fortuin', scheepsmodel van een tweemast zeilschip met hulpstoomaandrijving,
gemaakt door Derk Swiers
Wat zullen de kinderen van de zo directe nabijheid van strand
en zee hebben genoten ! Al snel ging de zesjarige Johannes naar de lagere
school, lopend op zijn klompjes, al dan niet meeliftend met een passerende paard
en wagen.....Twee jaar later vergezelde broer Timen hem op deze dagelijkse gang
naar school. De zusjes Johanna en Frouwientje en ook de twee later nog geboren jongens
hebben allemaal de lagere school van Schiermonnikoog doorlopen. De kinderen
hebben zich in die jaren het Schiermonnikoogs, de eilander taal, goed eigen
gemaakt.
1890/1900: de noorder vuurtoren met de
lichtwachtershuisjes
en het oude badhotel op de achtergrond
Naar school
dus en in de vrije tijd thuis helpen, maar ook genieten van zand en zee, van
duinen, stiekem een strik spannen voor een konijn, een beetje strandjutten,
koekeloeren bij de gasten van het Badhotel....kortom alle genoegens van
kinderen, wonend op Schier.... Ze zullen er een gelukkige jeugd hebben
gehad.
Maar dan is er die
verschrikkelijke gebeurtenis op zaterdag 3 februari 1900, kort na de 15e
verjaardag van Johannes Frederik, waardoor hun leven op Schiermonnikoog
voorgoed is veranderd.
Dokkumer Courant, 4 februari 1900:
SCHIERMONNIKOOG, 4 februari 1900..
Een ernstig ongeluk valt van hier te melden. De lichtwachter D.S., vader van een
talrijk gezin, zich gister namiddag omstreeks 5 uur, met zijn 15-jarigen zoon
over den oostelijken kwelder langs het noorder strand naar huis willende
begeven, slaat, door den mist misleid, een verkeerde richting in.
Na eenig
dwalen komt de man tot de vreeselijke ontdekking, dat zij zich op een zandrug
bevinden die, door den inmiddels opgekomen vloed van de vaste kust gescheiden,
langzamerhand geheel met water overdekt wordt..
hooger en hooger stijgt het,
totdat zij ten laatste tot de borst in het water staan. Verkleumd en verstijfd
omgeven door duisternis die iedere
poging om zich te oriënteren belet, moet de ongelukkige vader bemerken dat zijn
zoon die hij steeds steunt en moed inspreekt al stiller en stiller wordt..
oen na eindeloos schijnende uren eindelijk een plekje der zandbank droogvalt,
kan hij bij het schemerend morgenlicht zien dat zijn kind is verkleumd, bezweken
van koude..
Uitgeput van het uren lange staan zinkt hij ook ter neder in doffe
gevoelloosheid, niet meer in staat iets ter eigene redding te doen. Van uit het
dorp trekt in den vroegen Zondagmorgen een breede schare van mannen en
jongelingen op om te trachten de vermisten die men beide dood waant, te vinden.
Allen spoeden zich in de richting waar de ongelukkigen het laatst zijn gezien..
Na lang zoeken vindt men ze eindelijk op de uiterste zuidoostpunt van het
strand; de vader nog levend doch niet in staat om te loopen of te staan wordt op
een paard naar het dorp gebracht, terwijl het lijk van zijn ongelukkig kind hem
op een wagen volgt. Heeft de arme moeder onbeschrijfelijke angst geleden om man
en kind, die ze beiden verloren
achtte, troost heeft ze bij haar verlies, haar man, de kostwinner van haar arm
gezin mocht ze behouden.
Leeuwarder Courant, 7 februari 1900:
Men meldt uit Schiermonnikoog:
Eergisteren tegen den avond verdwaalde de
lichtwachter D. Swiers met zijn 15 jarig zoontje
op de wijde strandvlakte, de Balg geheeten,
ten O. van ons eiland. Door den plotselingen
mist en het wenden van den wind liep hij oost-
waarts door, waar hij westwaarts had moeten
loopen ten einde thuis te komen. Het gevolg
was dat beiden door het opkomend water be-
vloeid werden en uren lang, in vier voet hoog
water, staande hebben doorgebracht. Na veel
zoekens werden zij gisteren morgen gevonden.
De vader heeft het kunnen uithouden, maar het
jongetje is op de plaats zelve bezweken.
In deze krantenberichten vinden we een andere
lezing dan de mijne hieronder. Zelf ga ik uit van hetgeen mijn vader -
Timen, de jongere broer van Johannes - later aan zijn kinderen, dus ook aan mij, heeft verteld.
De lezing van de kranten is naar mijn mening minder compleet dan de feiten die
wij als familie via overlevering hebben gehoord. Het is immers zeer wel mogelijk
dat Timen en zijn moeder na hetgeen hen overkwam niet meteen in staat waren om
er uitgebreid over te praten, intens geschrokken en verdrietig als ze waren. Ook
vader Derk zal daar aanvankelijk niet toe in staat zijn geweest. Echter, de
gebeurtenis werd wel meteen telegrafisch naar Dokkum en Leeuwarden doorgeseind….
De ene lezing spreekt de andere bovendien niet tegen, zo blijkt hieronder.Mijn lezing – op basis van hetgeen ik rechtstreeks
van mijn vader Timen Swiers hoorde, die dit immers zelf heeft meegemaakt, - is alsvolgt:
Het is zaterdag 3 februari 1900.
Vader Derk maakt die middag met beide oudste zoons een voettocht over het
eiland. Johannes was twee weken daarvoor 15 jaar geworden. Van 13-jarige Timen
weten we, dat hij van plan was om later zeeman te worden. Van Johannes is dat
niet bekend. Vader en zoons gaan over de oostelijke kwelder van het eiland en
willen langs het Noordzeestrand weer huiswaarts gaan..
Door plotseling opkomende
zware mist en het daardoor totaal wegvallen van de wind als hulpmiddel voor het
bepalen van de goede richting, ziet Derk als ervaren zeeman dat het niet
verantwoord is om de tocht voort te zetten. Bovendien liggen er tussen de
zandbanken geulen die bij vloed dieper worden en hij weet dat de stroming daarin
verraderlijk sterk kan worden. Hij wil zijn kinderen snel in veiligheid brengen
maar ....hij moet kiezen !......
Beide kinderen meenemen kan niet, want hij moet ze een voor een door de
watergeulen heen dragen. Derk besluit om eerst de jongste naar een veiliger
plek binnen de bewoonde wereld te brengen en daarna terug te gaan om ook
Johannes op te halen. Is Timen eenmaal op de voor hem bekende weg, dan kan
hij zelfs in zware mist zijn huis wel
vinden.
Om te voorkomen dat Johannes in paniek raakt en zal gaan dwalen, bindt Derk een
touw aan een strandpaal en knoopt deze ook aan Johannes vast.Daarna kan hij min
of meer onbezorgd zoon Timen als eerste naar de bewoonde wereld brengen.
Johannes belooft zijn vader dat hij het touw niet los zal maken en rustig op de
terugkeer van zijn vader zal wachten.
Derk brengt Timen weg en haast zich terug naar Johannes. Tot
zijn schrik merkt hij dat de watergeulen door de vloed al veel dieper zijn geworden, dat
er meer stroming in staat en...dat hij niet in staat zal zijn om, Johannes
dragend, er nog een keer doorheen te waden zonder het risico te lopen dat zij
beiden door de sterke stroming worden meegesleurd en verdrinken.
Hij komt terug bij Johannes en moet noodgedwongen samen met
hem de nacht op de zandbank doorbrengen om na hoogwater het eb getij af te
wachten. Vader spreekt zoon moed in, maar de nacht duurt lang....het is
februari, het water is koud en stijgt. Op het hoogtepunt van de vloed staan
beiden tot aan hun middel in het ijskoude water.
Op het eiland wordt intussen bekend, dat Derk en Johannes worden vermist. Men
gaat zoeken, maar door mist en vloed belemmerd duurt het tot de ochtenduren
voordat vader en zoon worden gevonden. Johannes blijkt door uitputting en
onderkoeling al te zijn overleden. Derk, ook onderkoeld en totaal uitgeput maar
nog wel in leven, wordt op de rug van een paard gelegd, wellicht om op die
manier zijn onderkoelde lichaam snel de warmte van het paard te kunnen geven. Zo
wordt Derk naar huis gebracht. In de wagen achter het paard wordt het lichaam
van Johannes, zijn overleden oudste zoon, vervoerd.
Derk en Margaretha moesten door deze gebeurtenis voor de tweede maal in hun
leven afscheid nemen van een oudste zoon. Derk blijft in leven maar het zal in
het gezin nooit meer zijn zoals het geweest is. Ook voor Timen was het een
dramatische gebeurtenis. Zijn vader moest kiezen tussen hem en zijn broer. Hij
bleef leven... zijn broer mocht maar 15 jaar worden...
“Vader moest kiezen
!“....... Ik hoor het míjn vader nóg op deze manier vertellen.
Johannes werd op de vrijdag daarna op het kerkhof bij de Nederlands Hervormde
kerk op Schiermonnikoog begraven.
Maakte Derk de voettocht met zijn zoons ter ere van het feit
dat Johannes binnenkort zijn eerste aanmonstering op een schip zou maken ? We
weten het niet, zoals we zoveel niet weten. Wel voelen we het verdriet van dit
gezin en het machteloze, misschien soms wel schuldige gevoel van Timen, ook al
was er geen enkele reden voor hem om zich schuldig te voelen. Zijn vader móest
immers kiezen !
Derk koos ervoor om zijn 13-jarige jongste zoon , de
meest kwetsbare dus, als eerste
terug te brengen en, vreemde gewaarwording, dank zij die beslissing, kan ík
er nu over schrijven. Wonderlijk en ook wat onwerkelijk voor mij om dit te beseffen.
Tot aan zijn overlijden zal Johannes samen met zijn jongere
broertje Timen een mooie Schiermonnikoogse jeugd hebben gehad. Er zal veel
plaats geweest zijn voor bezigheden die jongens graag doen. De zee was dicht bij
huis en het geweld van de elementen hebben ze van nabij meegemaakt. Bij storm
hoorden ze de zee bulderen en de wind loeien en fluiten rondom de vuurtoren.
Vanuit hun slaapkamer of bedstee konden ze ‘s avonds het vuurtorenlicht zien.
Ik vraag me af hoe het bij storm in de vuurtoren was. Derk had op zee vaak zwaar
weer meegemaakt. Misschien was het daarboven bij storm voor hem nu een veilige
haven ? Hij moest wel extra alert zijn op schepen die uit de koers raakten en
daardoor op een zandbank dreigden vast te lopen. Dat was immers naast de zorg
voor het vuurtorenlicht het allerbelangrijkste van zijn werk als lichtwachter en
hij kende de grillige stromingen van de zee rondom de eilanden als geen ander.
Uit zijn ervaringen als loods wist hij in welke gebieden men bij zwaar weer
extra oplettend moest zijn.
Hoeveel schepen zijn er na een waarschuwing van hem
door reddingsploegen van het eiland in veiligheid gebracht ?

Van de twee jongste - op Schiermonnikoog geboren - kinderen
kreeg de in 1893 geboren zoon opnieuw de naam Zwier. In die tijd was het
gebruikelijk om een kind, bij overlijden van het vorige kind, nogmaals naar
dezelfde grootouder te vernoemen. Zwier leek qua uiterlijk erg op zijn oudere broer
Timen. Ik zag dat als kind al en vond het prachtig. Maar 'oom Zwier' bleek een koopmansgeest
te hebben en had in later jaren samen met zijn vrouw Wilhelmina Broekema een
winkel in comestibles en koloniale waren.

de winkel van oom Zwier en tante Mientje

Zwier Swiers en Wilhelmina (Mientje) Broekema
In 1897 was Alje, de benjamin van het gezin, geboren. Naar
verluidt is hij wel eens liefkozend Aljechien genoemd. Na een tijdlang als
electrotechnicus te hebben gewerkt, werd hij uiteindelijk de musicus
van de familie en verdiende zijn brood voor hem en zijn gezin als orgel-leraar en
dirigent van zangkoren. Timen heeft de zeeliedentraditie van de familie
Swiers in ere gehouden.
De beide meisjes bleven vrijgezel. Johanna is een tijdlang verpleegster geweest
in een sanatorium te Ermelo. Zij had een kwetsbare gezondheid. Frouwina is verloofd geweest, maar tot een huwelijk is het niet gekomen.


Frouwien en Jan
Frouwina werd uiteindelijk wijkverpleegster en in later jaren
hebben de gezusters
Jo en Wine samen in het hartje van de stad Groningen een pension gedreven. Ik heb
er als kind meerdere malen gelogeerd en werd door hen liefderijk verzorgd in de hongerwinter 1944-’45 toen wij als gezin in
Schiedam gebrek leden.
Vaak heb ik gemerkt hoezeer de Schiermonnikoogse
taal nog bij hen leefde. Mocht ik als kind iets niet horen, dan spraken ze
even ‘eilanders ‘met elkaar...... Op mij maakten die wat geheimzinnige
samenspraken veel indruk, maar tegelijkertijd zag ik er de humor wel van in.
Ik denk met veel dankbaarheid terug aan ‘de tantes’.

v.l.n.r. Johanna Maria, Frouwina en Jopie
Omstreeks 1944: 'de tantes'met
Gré(staand) en
Jopie, met de
pensiongasten:
links (staand)Kwee Hong Kiem,
daarnaast prof.Jan S. Faber, chemicus,
en rechts dhr.Reneman.
Op de foto is rechtsboven een portret te zien van
de overleden Johannes Frederik
Swiers. Helaas is dit schilderij nergens achterhaald, dus voor ons verloren gegaan.
In deze woonkamer hingen ook schilderijen van hun vader Derk en van moeder
Margaretha Swiers. Frouwina kocht deze schilderijen en nog steeds vraag ik
me af wie de schilder is geweest.
Heeft zeeschilder Haaike Abraham Jaarsma hen in zijn schnabbelperiode vanaf een
foto geschilderd ? De gezinnen Swiers en Jaarsma moeten elkaar op het
kleine eiland Schiermonnikoog goed hebben gekend. Beiden waren lid van de
Nederlands Hervormde kerk. Haaike doorliep evenals mijn vader Timen de
zeevaartschool op Schier, zij het enkele jaren eerder, maar....Haaike werd ook
zeeloods zoals lichtwachter Derk in vroeger jaren was geweest ! Kan er door al
deze overeenkomsten een band zijn ontstaan waardoor deze twee schilderijen zijn
ontstaan ?


Derk Swiers en Margaretha Olthof, omstreeks 1923
van een foto van hen nageschilderd ter gelegenheid van hun 70ste verjaardag.
Mijn vader
Timen was vanaf die noodlottige februaridag in 1900 de oudste van het
kinderrijke gezin, dat moest leven van het schamele lichtwachterssalaris. Hij
zal zijn ouders geholpen hebben zoveel hij kon, langs het strand hout voor
kachel en stoof hebben verzameld en geregeld op strooptocht zijn gegaan. Dit
laatste was officieel verboden, maar uit hetgeen ik erover las, kreeg ik niet de
indruk dat het verbod streng werd nageleefd.
Zo vlak bij de duinen wonend was
het bovendien heel gemakkelijk om ’s avonds ergens een strik te zetten, langs
sluipweggetjes weer naar huis te gaan en de volgende morgen voor dag en dauw te
gaan kijken of ze een paar dagen een goede maaltijd zouden krijgen…
Op het
eiland was het gewoonte dat jongens die na hun lagere schooltijd naar de
zeevaartschool wilden eerst een paar jaar als bootsjongen of lichtmatroos
gingen varen om pas daarna te beginnen met een opleiding aan de
zeevaartschool. Er moest in de meeste gevallen eerst geld verdiend worden om
de opleiding te kunnen betalen.
Timen ging pas op 20-jarige leeftijd naar de zeevaartschool op Schiermonnikoog.
Of hij eerst nog naar zee is geweest, heb ik nog niet uit feiten kunnen
achterhalen. In ieder geval moest ook
hij eerst lange tijd ergens geld verdienen voor zijn opleiding.
Na zijn pensionering als lichtwachter Derk moest deze met zijn
gezin het diensthuisje bij de vuurtoren verlaten en werd in het dorp een huis
aan de Langestreek gekocht. ‘Ons Nestje’ heette het indertijd. In later jaren,
toen de familie Swiers al naar de stad Groningen was verhuisd, is dit huis in
tweeën gesplitst en beide huisjes worden nu nog steeds door vakantiegangers bewoond. In het
gedeelte aan de Langestreek-om-de-noord liggen in het halletje de plavuizen die
in de tijd van het gezin Swiers de keldervloer vormden. Zo is er toch nog iets
uit het grijze verleden bewaard gebleven.
Derk en Margaretha hebben met hun jongste zoons maar een
paar jaar in 'Ons Nestje' gewoond. De andere kinderen waren al naar Groningen
vertrokken en hun ouders met jongste zoons reisden hen in 1912 achterna. Beide
ouders hebben tot hun overlijden in de stad Groningen gewoond, in de directe
nabijheid van een groot deel van hun kinderen.
Derk Swiers ovl 18-12-1926 - Margaretha
Swiers-Olthof ovl 10-03-1930
***************************
een
verslag over het 3-mast schip 'Nederland' in zware storm:
zie
hier
de geboortebriefjes van de kinderen:
zie
hier
de
lichtwachtersaanstelling en andere bewaard gebleven
documenten:zie
hier
Extract uit het Register van Schiermonnikoog
over
het graf van Johannes is:
hier
te vinden.
De inhoud van de koopakte
van 'Ons Nestje' is
hier
te vinden.
terug naar boven