BACK
Waarom Timen Swiers in 1919 de
opdracht kreeg het Nederlandse
vrachtschip
“Biesbosch”
terug te halen uit New York.
Het fascineerde mij zeer toen ik las, dat Timen
Swiers met de SS “Noordam” naar New York vertrok,
om vandaar het
Vrachtschip SS “Biesbosch” terug te varen naar Nederland. Dat was
bijzonder en niet
gebruikelijk. Want zou de oorspronkelijke eerste
stuurman, om wat voor reden ook, niet in staat zijn om
de Biesbosch
terug te varen, dan was er altijd nog een tweede stuurman. Misschien
las ik die bijlage te wetenschappelijk, maar het bleef me
intrigeren. Vandaar dat ik besloot wat research te plegen.
En daar kwam het volgende
verrassende
resultaat uit naar voren.
Het StoomSchip (SS) "Biesbosch" was een vrachtschip dat
in 1916 in Groningen is
gebouwd door J.Thomas Wilmink & Co voor de NV. Hollandsche
Algemeene Atlantische Scheepvaartmaatschappij in Amsterdam. Het schip had een
laadvermogen van 492 ton; het was 48,5 m lang, 7,7 m breed en 3,75 m hoog (hoogte gemeten van
bodem tot dek).
De "Biesbosch" had een bijzondere en interessante carrière.
Op 4 april 1918, de eerste wereldoorlog was nog gaande, is de
“Biesbosch” in beslag
genomen door de Amerikaanse regering op grond van het Angarie-recht.
(Het Angarie-recht was een zee-recht dat overheden
de bevoegdheid gaf, in geval
van nood,
beslag te leggen op vreemde schepen die in hun havens lagen.
Bijvoorbeeld
ter wille van
rampen of oorlogvoering.
De eigenaar van het schip kreeg wél de kosten vergoed.)
Zodoende werd de "Biesbosch" onder Amerikaanse vlag gebracht en
overgedragen aan
de US Navy en kwam daarmee in oorlogsdienst als USS “Biesbosch,”als
bergingsschip.
Hoewel de oorlog in november 1918 eindigde, werd het schip niet
direct terug gegeven
aan de Nederlandse eigenaar. Maar werd het schip vanuit Key West (Florida)
nog een
tijd ingezet bij een aantal bergingen. Onder meer bij het vlot
trekken van de
marinetanker “W.L. Steed” op de Bahama's en de SS 'Novian' op de
Mississippi. Verder
heeft de "Biesbosch" nog geholpen bij het vlot trekken van het
vrachtschip
“Bedminster,” die gestrand was op de Georgia kust en bij het vlot
trekken van SS
“Paloma,” die vast gelopen was in de Cubaanse wateren.
De laatste grote opdracht van de Biesbosch was eind maart begin
april 1919; het vlot
trekken van het Franse vrachtschip Boieldieu.
De Biesbosch werd door de Amerikanen geprezen om zijn trekkracht.
De USS 'Biesbosch' werd eind april 1919 buiten dienst gesteld door
de US Navy en als zodanig ontmanteld als US Navy-schip. Dat gebeurde in de haven van Staten Island,
New York. En zo werd de "Biesbosch" weer onder Nederlandse vlag gebracht en kwam het
eind augustus 1919 weer terug in Nederland, waar het weer als vrachtschip haar normale taken
hernam.
En nu is de cirkel rond.
Na het Amerikaanse US Navy-avontuur van de Biesbosch, werd
SS "Biesbosch" onder Nederlandse vlag, door Timen Swiers weer naar
Nederland gevaren.
Ongetwijfeld was er een complete bemanning. Maar zeker is dat Timen
Swiers met de
“Noordam” naar New York was gekomen om de “Biesbosch” weer naar huis
te varen.
Ik citeer:
,,Timen arriveerde op 16 juli 1919 in New York als werknemer van
de Hollandsche Algemeene
& Atlantische Stoomvaart Maatschappij om: “To fetch the SS
Biesbosch.”
Alleen de beste zeelui werden uitgekozen om een dergelijk schip weer
naar “huis” te varen. Want men
wist immers niet in welke staat het schip zich bevond;
romp-technisch niet en machine-technisch niet.
SS "Biesbosch" is in december 1923 is vergaan op weg van Antwerpen naar
Middlesbrough (Noord Oost Engeland) Nabij de Engelse kust merkt de bemanning dat er een
lek in de romp van het
schip is ontstaan en moet de bemanning het schip met de
reddingssloepen verlaten. Het schip verdwijnt
enige tijd later in de golven ter hoogte van Bridlington en
Flamborough Head.
Vandaag de dag ligt het wrak daar nog steeds (goed geconserveerd) 4
mijl uit de kust
in Bridlington Bay, op zo'n 30 m diepte.
Een duik naar de “Biesbosch” met een opmerkelijke
vangst.
In
de Bridlington Bay in Engeland liggen ongeveer 40 wrakken op de
boden van die baai,
op 30 tot 40 m diepte. Schepen veelal uit de tijd van de eerste
wereldoorlog tot heden.
Scheepswrakken waarvan de locaties bekend zijn en op kaart
vastgelegd.
Van veel wrakken zijn ook de naam en de historie bekend. Zo ook van
SS Biesbosch.
Het is er daarom een eldorado voor sportduikers in Bridlington Bay.
Het was september 2006, één van de laatste duiken in de Noordzee van
het duik-seizoen.
Sportduikers van de British Sub-Aqua Club uit Hull zagen onverwacht
de SS "Biesbosch",
het Nederlands (stoom)vrachtschip dat daar op 29 december 1923 is
gezonken door
een lek in de romp, onder de waterlijn. Er stond toen een harde
noordwesterwind.
De 11 koppige bemanning heeft zich op tijd weten te redden in de
reddingssloepen.
SS Biesbosch heeft een roemrijk verleden in haar relatief kort
bestaan.
(gebouwd in 1916, vergaan december 1923)
Dat de duikers de Biesbosch nu zagen, was verrassend te noemen. Want
bij eerdere duiken naar dit
schip was het wrak slecht te zien. Het wrak lag toen diep in de
zeebodem verzonken (Bovenkant gelijk
met de zeebodem). Maar nu was de zichtbaarheid van het wrak veel
beter dan de duikers gewend waren.
Veel
zand in en om de Biesbosch was door storm of stroming afgevoerd,
zodat het wrak nu duidelijk zichtbaar was. De duikers keken nu tegen een wrak aan van wel 3 m hoog. Daardoor
was de Biesbosch nu ook overhellend naar stuurboord komen te liggen. Ook binnen in het wrak was
veel zand verdwenen.
Deze ontdekking zorgde voor een interessante laatste duik van het
duikseizoen. De duikers keken hun ogen uit. De ketels en de drievoudige stoommachine, waren nog in opmerkelijk goede
staat. Maar ook overblijfselen
van de lading van hout en staal, in de ruimen, zijn nog in verbazend
goede conditie.
Vooral van het hout zou je dit niet verwachten.
Wat zie ik daar?
Op
een gegeven moment viel het oog van Chris, één van de duikers, op
iets wat onder het wrak lag in het zand.
Hij zag het vanuit het schip door een gat in de romp. Met zijn
duikers-zaklamp scheen hij op iets wat zijn
aandacht vast hield. Wat zou het zijn? Buiten het wrak gekomen voor
nader onderzoek, leek het er eerst op,
dat het om een groepje zeepokken ging, wat je vaker ziet bij- of op
wrakken. Maar dichterbij gekomen bleek
het om twee stukken van een kaak te gaan.
De kaak-fragmenten (met tanden) moesten van een groot dier geweest
zijn.
Hoewel de vraag beantwoord was, leek het de Chris interessant genoeg
voor nader onderzoek.
Want het antwoord riep ook weer nieuwe vragen op. Daarom deed hij
beide kaak-fragmenten in zijn tas.
Terwijl Chris verder speurde bleven zijn gedachten hangen bij zijn
kaak-vondst.
Wat hem opviel was, dat hij de kaak-delen vond, vlak bij de kombuis.
Een kombuis van een dergelijk schip was in die tijd al, voorzien van
een keramische
tegelvloer. Zo ook hier. Al waren veel tegels inmiddels los geraakt,
het was
onmiskenbaar de kombuis, waar het gat in de romp zich bevond. (Het
gat was overigens
niet het gat waardoor de Biesbosch was vergaan, maar is ontstaan
door de tand des tijds,
in het zoute water.)
Na
de Biesbosch-duik hadden de sportduikers heel wat bij te schrijven
in het scheeps-journaal van de
Biesbosch.
Om iets zinnigs op te tekenen betreffende de kaak-fragmenten vond
Chris het belangrijk
om nader onderzoek te doen naar de herkomst van de fragmenten. Chris
had op internet al op diverse
veterinaire sites gezocht, of hij er daar achter kon komen van welk
diersoort de kaak-fragmenten
zouden horen. Maar helaas werd hij er niet veel wijzer door. Alleen
dat het vermoedelijk om een
herkauwer zou gaan, gezien de vorm van
de kiezen.
Maar zijn nieuwsgierigheid bleef, want waarom zou er een kop van een
groot dier
meegenomen worden in een schip? Voor consumptie? Haast niet te
geloven.
Of zouden die Nederlanders toch......??
De kaak-fragmenten bleven Chris intrigeren.Want wat moest hij er nu
over optekenen in
het Scheeps-journaal van de Biesbosch? Chris besloot een museum in
Hull te raadplegen.
Hij e-mailde het museum een gedetailleerde beschrijving met foto's
van de kaak-fragmenten. Ook de vindplaats beschreef hij nauwkeurig.Nu maar wachten op de reactie.
Wie weet was de kaakvondst zeer oud. Bijvoorbeeld voorafgaande aan
de ijstijd. Grote
dieren leefden toen in Groot Brittannië, waaronder bijvoorbeeld
Bizons, maar ook veel
andere soorten. Zelfs mammoets en dergelijke. (Vermoedelijk zat
Normandië in die tijd
vast aan de Engelse kust) Via gletsjers en rivieren zijn dier-resten
meegevoerd naar de
lage delen van het land. Veel later, bij het smelten van het ijs
steeg de zeespiegel.
Zodoende worden er vaker bot-delen of slachttanden uit zee gevangen.
Ook de kust van
Groot-Brittannië is erg veranderd onder invloed van het verdwijnen
van die ijstijd.
Van het Museum in Hull kwam bericht dat men de beschrijving met
foto's van Chris had
doorgestuurd naar de Archeologische afdeling van de Universiteit van
Bradford.
Want het zou kunnen zijn dat de kaak-fragmenten terug te voeren zijn
tot in de
Paleolithicum-tijd (oude steentijd). Dat is de periode na de ijstijd,
12500 jaar geleden.
Chris hoopte dat de universiteit van Bradford de theorie van het
museum zou ondersteunen.
Stel je voor, kaak-delen uit de Paleolithicum
periode, gevonden in
de Bridlington Bay, nabij
Flamborough Head.
De ontknoping
Na
een paar weken wachten kwam het antwoord van de Universiteit in
Bradford.
De kaak-fragmenten waren bovenkaak-fragmenten met het 3de en 4de
molarem (maal-kies). En de fragmenten zijn afkomstig van een koe !
De theorie betreffende vindplaats is de volgende:
De koe stierf vermoedelijk op het land (aan de kust) en werd daar
ter plekke begraven. Dat
werd vroeger veel gedaan in Engeland.Kust-erosie is zeer
waarschijnlijk de oorzaak dat het
skelet van de koe in zee terecht gekomen is. En als gevolg van de
bodemverstoring door het gewicht
en de bewegingen van de Biesbosch zouden de kaak-fragmenten weer in
het zicht zijn gekomen.
De fragmenten waren wel oud, maar nog niet zó oud. Haha !
De moraal van het verhaal
Nederlanders eten geen koeienkoppen! (humor)
De kaak-kies-fragmenten door Chris gevonden onder het wrak van SS
Biesbosch.
Duidelijk is te zien dat het om maal-kiezen gaat van een herkauwer.
Geërodeerde kalk-rots-kust van Flamborough Head even boven
Bridlington.
4 mijl uit de kust, richting rode pijl, daar is de rustplaats van de
“Biesbosch”.
Ik
kom ongeveer één keer per jaar in de buurt van Bridlington. In het
vervolg kijk ik met heel
andere
ogen over de Bridlington-baai.
Met plezier en interesse heb ik me verdiept in “The SS Biesbosch
Story,” waarin Timen Swiers
zo'n bijzondere rol heeft gespeeld.
terug naar boven
|